De invloed van technologische veranderingen op de huidige manier van werken
Soms lijkt het wel eens alsof het nieuwe werken een revolutie is, of een totaal nieuwe manier van werken waarbij werkgevers al dan niet in dat verhaal meestappen. Alsof ze een keuze hebben… Deze visie blijkt dan ook foutief te zijn. Het Nieuwe Werken is immers eerder een evolutie dan een revolutie. De klassieke manier van werken was dan ook gefocust op hoe de dingen toen werden gedaan. Toen bestond er geen mobiel internet, toen waren er geen mobiele werkplekken en toen bestond de cloud nog echt uit wolkjes. Vandaag is deze situatie volkomen anders.
Het Nieuwe Werken is dan ook het gevolg van een vernieuwde visie én van technologische veranderingen. Dat schreven we ook in 2009 al. Drie veelgehoorde argumenten moeten onze aloude visie weerleggen, maar zijn eigenlijk heel eenvoudig te counteren.
Wederzijdse afhankelijkheid tussen werk en technologie
«Omdat de technologie evolueert hoeft de manier van werken toch niet mee te evolueren?»
Fout! Beiden zijn immers van elkaar afhankelijk. De industrialisatie zorgde ervoor dat we massaal in fabrieken gingen werken en communicatietechnologieën lieten internationale handel des te eenvoudiger toe. De nieuwste technologieën beïnvloeden logischerwijs ook onze manier van werken, organiseren en ondernemen. Als bedrijf mag je dit niet tegenhouden. Meer nog: het nodige aanpassingsvermogen is zelfs cruciaal om de tand des tijds te doorstaan.
De wederzijdse afhankelijkheid tussen werk en technologie impliceert dat we met een 3d printer onderdelenmaken om zelf een machine te kunnen herstellen. Dat is inderdaad een nieuwe manier van werken. Indien werk en technologie elkaar niet zouden beïnvloeden, zouden we diezelfde professionele 3d printergebruiken om een nieuwe speer te maken om zoals vanouds op mammoeten te jagen. Een licht overdreven voorbeeld, maar het toont aan dat die wederzijdse afhankelijkheid de logica zelve is.
Toch heeft Het Nieuwe Werken een stimulans nodig
«Als het nieuwe werken zo natuurlijk is, waarom moeten computersystemen en IT-infrastructuren dan worden aangepast?»
Ook dit argument horen we wel vaker eens opgeworpen worden. Het antwoord op deze vraag is nochtans vrij eenvoudig. Het Nieuwe Werken mag dan wel omschreven worden als een evolutie, bestaande computersystemen zijn dan weer veel minder flexibel. Het klopt dat dit de onvermijdelijke evolutie niet altijd even soepel laat verlopen en dat structuren, systemen en werkmethoden soms aanpassingen nodig hebben. Maar hadden ze geen koperleidingen in het gebouw voorzien, dan belde men nog steeds met een steen. Die technologische of infrastructurele aanpassingen zijn niet eenvoudig, maar gewoon broodnodig. En logisch.
Het Nieuwe Werken is een proces van vallen en opstaan
«Als het nieuwe werken een evolutie is en onze computersystemen mee moeten evolueren, waarom loopt het dan nog zo vaak mis?»
Het is een laatste en eveneens terechte opmerking. Ook wij moeten het toegeven: soms lopen verandertrajecten uit op een sisser. Projecten die het werk zouden moeten verlichten, blijken bijvoorbeeld voor extra werklast te zorgen. Dit fenomeen kent verschillende verklaringen die lang niet altijd hoeven te betekenen dat het nieuwe werken niet werkt.
In de eerste plaats moeten we aanhalen dat evoluties altijd het gevolg zijn van zowel vallen als opstaan. Experimenteren, evalueren en bijsturen zullen altijd cruciaal zijn indien we willen of moeten veranderen. Ook voor het nieuwe werken is dit niet anders.
Hiernaast is het net een bewijs dat technologische veranderingen een stimulans zijn voor het nieuwe werken. Vaak loopt het veranderproject net mis omdat technologische aanpassingen minder snel plaatsvinden dan de veranderingen in de wereld om ons heen. Wanneer we Het Nieuwe Werken echt alle slaagkansen willen geven, moeten we dan ook leren over de toekomstige technologische veranderingen en hen voor zijn. Pas indien we dat doen, kunnen we stap voor stap evolueren naar hoe we anders moeten werken.