De netwerk organisatie – Social Network of Big Brother?
Iedereen kent wel het organigram: een overzichtelijk plaatje dat aangeeft wie aan wie rapporteert.
Je zou echter voor de grap eens een rondje moeten doen bij een willekeurig bedrijf met de vraag: ‘als je nu een belangrijke beslissing moest nemen. Echt een moeilijke beslissing. Naar wie zou je dan werkelijk luisteren?’
Het ‘netwerkplaatje’ van de afdeling blijkt dan compleet anders te zijn dan het formele organigram: Mensen met kennis en invloed zitten vaak op heel andere plaatsen dan wat het formele plaatje aangeeft.
Geëngageerde en productieve medewerkers kennen en gebruiken dit netwerkplaatje in hun dagelijkse contacten met collega’s. Ze weten wie welke kennis en invloed heeft en welke mensen bij elkaar gebracht moeten worden in een bepaalde situatie.
Naarmate een organisatie groeit of zich geografisch verspreidt, wordt dit lastiger: mensen weten meestal niet meer waar collega’s buiten de directe werkkring zich mee bezighouden en welke ontwikkeling ze doormaken.
Kennisorganisaties in kaart gebracht
Het in kaart brengen van relatielijnen en kennisgebieden is enorm vereenvoudigd door social media als LinkedIn. Ook binnen organisaties gebruiken medewerkers social platforms om te laten zien wat ze belangrijk vinden en waaraan ze werken. Op die manier kan kennisuitwisseling op een snelle informele manier plaatsvinden. Innovatie drijft op open gemeenschappen waarin naar gezamenlijke belangen wordt gezocht, en dat geldt ook binnen een onderneming.
Er wordt op dit moment gewerkt aan systemen om dit informele kennisnetwerk automatisch in kaart te brengen en up-to-date te houden. Dit kan natuurlijk door medewerkers zelf profielen te laten schrijven (de LinkedIn methode), maar de systemen die nu op de markt komen worden gaan echter verder: ze zijn er grofweg op gebaseerd om informatie uitwisseling tussen medewerkers automatisch te monitoren en te rubriceren.
Als iemand bijvoorbeeld veel op een(intern) blog veel schrijft over de ontwikkeling van een nieuw product X waarbij zij betrokken is, dan wordt het profiel van deze persoon door het systeem aangevuld met een tag ‘expert op gebied van product X’. Een stap verder is om niet alleen de publicaties van iemand te volgen, maar tevens bijvoorbeeld email verkeer of gegeven presentaties te scannen op steekwoorden en zo in kaart te brengen waar kennis in de organisatie aanwezig is.
Dit is in potentie een krachtig middel, dat voor uitwisseling van kennis kan betekenen wat een zoekmachine voor gepubliceerde informatie heeft betekend. Het is aannemelijk dat beschikbaarheid van kennis hierdoor enorm versneld kan worden. Stel je voor: Je bent bezig met een project waarbij je een lastig probleem hebt en je kan direct zien welke mensen recentelijk actief zijn geweest op een gebied dat met jouw probleem te maken heeft.
Grote Broer Kijkt naar U….
Toch zal er bij veel mensen een ongemakkelijk gevoel beklijven. In de eerste plaats is in sommige organisaties de cultuur er niet naar om werknemers elkaar onderling te laten weten waar ze mee bezig zijn. Hier hoeven weinig woorden aan vuil gemaakt te worden: Deze bedrijven zullen hard aan een cultuuromslag moeten werken om hun positie niet te verliezen.
Een veel wezenlijker punt is echter of het acceptabel is dat communicatie geanalyseerd wordt. En dan maakt het nogal wat uit of een posting op een openbaar BLOG geplaatst werd, of dat het om een e-mail of chat bericht ging.
Een ander punt is dat naarmate het informele (en werkelijke!) organigram in kaart gebracht wordt, er een eigenaardige gezagssituatie ontstaat: een leidinggevende beoordeelt zijn teamleden op afspraken die eerder overeengekomen zijn, maar vanuit het sociale netwerk kunnen heel andere zaken aan een persoon gevraagd worden dan formeel overeengekomen. Hoe ga je een medewerker dan coachen en beoordelen?
Toch biedt dat laatste vooral weer een kans. Ik kan me herinneren dat ik jaren geleden werkte met een mailing list waar vragen van klanten op binnenkwamen. Je zag dat sommige collega’s veel actiever waren in geven van antwoorden dan anderen. Deze collega’s verzetten veel nuttig werk, waardoor ze minder tijd overhadden voor andere taken waarop ze uiteindelijk wel beoordeeld werden. Als een geautomatiseerd systeem kan bijhouden hoeveel ‘sociale content’ iemand aanlevert en hoe dat gewaardeerd wordt door de rest van de organisatie dan is ook deze bijdrage beter te waarderen.
En wat denkt u?
Los van het gegeven dat de technologie voor dergelijke systemen nog in de kinderschoenen staan, denk ik dat grote kennisintensieve bedrijven de komende jaren zullen experimenteren met deze nieuwe mogelijkheden. Daarbij zullen vragen beantwoord moeten worden over de context waarin een dergelijk systeem dient te worden geplaatst. Als voorschot op de discussie die hierover zal worden gevoerd ben ik benieuwd naar uw mening: is het een gevaarlijke ontwikkeling die elke vorm van privacy en werknemersbescherming weghaalt en daarmee alle creativiteit en sociale samenhang om zeep helpt, of is het een middel dat, mits zorgvuldig ingezet, echt kan helpen om een betere samenwerking te realiseren?
donderdag, 26 augustus, 2010 at 7:37
Ik denk dat als een dergelijk systeem op een duidelijke en goede manier geintroduceert wordt en zorgvuldig ingezet wordt op bepaalde gebieden binnen social media het de medewerkers zal ‘triggeren’ om actief te zijn op deze platforms.
Als een programma daadwerkelijk aangeeft dat persoon A een expert is op gebied X omdat hij hier veel over schrijft in kennis blogs etc, dat deze persoon het gevoel zal krijgen dat zijn kennis en werk belangrijk is voor de organisatie en zijn collegas (een terecht gevoel). Ik denk dat het medewerkers zal motiveren om hun kennis sneller te delen met anderen en hun eigen kennis te vergroten.
Wel ben ik van mening dat een dergelijk platform een duidelijke scheiding moet hebben tussen wat wel gerubriceerd wordt en wat niet, oftewel een platform specifiek met een ‘area’ voor het op deze manier delen van kennis (medewerkers kunnen dan ook zelf bepalen of ze hun presentatie willen uploaden/scannen) en een ‘area’ met privacy en werknemersbescherming. En dit ook duidelijk aangeven aan de medewerkers. E-mail verkeer en chat vallen dan in de privacy en werknemersbescherming ‘area’.
Ik denk dat het zal helpen om een betere samenwerking te realiseren.
donderdag, 26 augustus, 2010 at 9:01
Ik geloof zeker in een dergelijk systeem. Ik weet dat Mindz dit mede als basis had bedacht. Je profiel wordt dynamisch opgebouwd op basis van wat je leest, schrijft en doet en op basis daarvan worden dus ook suggesties gedaan (fase 2) over wie nog meer in het netwerk vergelijkbaar is.
Overigens heb ik tijdje terug een prachtig ander, nog veel basaler maar toepasbaardere, tool gezien op de hogeschool…. van Amsterdam meen ik. Die hadden het gebouwd voor fraude bestrijding, maar de HNW toepassing die ik zag zou ik graag nog verder willen uitwerken.
Men bracht het onderlinge e-mail verkeer in kaart. Wie had met wie gecommuniceerd over wat. Voor Fraude handig (de case die men communiceerde was Enron, leuk om te zien wie dus betrokken waren bij de CEO met het verdoezelen). Echter, wie mailt nu met wie over welke onderwerpen, dat geeft ook heel mooi de informele organisatie weer, zolang e-mail nog de meest gebruikte tool is in organisaties.
vrijdag, 3 september, 2010 at 12:44
Goed artikel! Ik ben net een boek aan het lezen over social network analysis (ONA) en dat sluit helemaal aan bij wat je hier boven beschrijft. Ik ben zeer geinteresseerd in dit soort technieken en tools
vrijdag, 29 oktober, 2010 at 9:59
Dag multimedia,
Ik ben het met je eens dat het een goed artikel is. Ik ben benieuwd welk boek je aan het lezen bent.