Is Het Nieuwe Werken wel zo nieuw?
Tijdens mijn colleges organisatietheorie train ik studenten de zingeving van mensen in organisaties te analyseren door het deconstrueren van wat zij zeggen. Een van de deconstructieregels daarbij is het ontkennen van sleutelwoorden die mensen vaak gebruiken. Wanneer ik veel mensen in mijn omgeving over ‘Het Nieuwe Werken’ hoor praten, dan is mijn geconditioneerde reactie: ‘wat is het ‘oude’ werken’ dan en ‘hoe verschilt dat van het nieuwe?’ Mijn voorlopige conclusie is dat Het Nieuwe Werken eigenlijk helemaal niet nieuw is.
Het vak organisatietheorie is gebaseerd op het Sociale Integratie (SI) model, dat organiseren definieert als ‘het verminderen van meerduidigheid middels doorgaande sociale interactie’. Mensen worden via de zintuigen en andere informatiebronnen gebombardeerd met een overmaat aan betekenis. Om gezamenlijk actie te kunnen ondernemen moeten de betrokkenen eerst een zekere mate van eenduidige interpretatie van die werkelijkheid verkrijgen. Dat kan uitsluitend door middel van sociale interactie.
Groepen
Als gevolg van dat proces ontstaan groepen mensen rond een bepaald thema (het probleem, de aanleiding voor de interactie) met een ongeveer gelijkluidende interpretatie van het thema. De meeste van dergelijke groepen hebben een kort leven. Zij bestaan totdat het probleem opgelost is. Sommige beklijven echter en trekken meer en meer mensen aan. Groepen mensen die wij ‘organisaties’ noemen zijn alle op die manier ontstaan.
Alle mensen zijn lid van veel van dat soort groepen. Werk is zo’n groep, maar ook familie, verenigingen, studievrienden, buurtgenoten, vorige werkkringen en nog veel meer. Dit verschijnsel noemen we ‘meervoudige inclusie’.
Twee groepen zijn verbonden, wanneer er minstens één persoon is die lid van beide groepen is. Die persoon vormt het kanaal via welke inzichten van de ene naar de andere groep kunnen lopen. Wanneer die persoon binnen een van die groepen met een ander groepslid discussieert, kan die de belevingswereld van de andere inclusie aanspreken en het gedachtegoed aldaar in de discussie inbrengen en die verrijken. Het is daarom belangrijk toegang tot zo veel mogelijk inclusies open te houden.
Werk als identiteit
Ik heb al aangegeven dat ‘werk’ ook een inclusie is. In de kern van de zaak is het gewoon een van de vele inclusies die mensen kunnen hebben. Mensen ontlenen een identiteit aan iedere inclusie en de werkinclusie levert, door het belang dat mensen gewoonlijk aan werk hechten, een vrij sterke identiteit.
Een probleem, zeker in onze wereld, is dat onze cultuur vaak te sterk doorslaat in het creëren van eenduidigheid. Op het persoonlijke vlak denken westerse mensen dat zij een unieke ‘eigen’ identiteit hebben. Daarnaast leidt dezelfde culturele programmering ertoe dat zij zich steeds op slechts één identiteit tegelijk concentreren. Daarvan komen uitspraken als ‘neem je werk niet mee naar huis’.
Sociale Integratie
Het Sociale Integratie-model leert dat een persoon nooit alle aandacht op één identiteit kan richten. Als je aan het werk bent, wordt de werkidentiteit sterk opgespannen en zal deze veel aandacht naar zich toetrekken. Dat zal echter nooit tot 100 procent gaan. Er blijft altijd aandacht voor een aantal andere inclusies bestaan. Die allocatie van aandacht is constant in beweging.
We kunnen dit ook omdraaien. Ongeacht welke identiteit op een bepaald moment de hoofdrol speelt, de werkidentiteit zal altijd enige aandacht krijgen.
Overal aan het werk
Mensen met een open instelling zijn daarom overal met hun werk bezig: thuis, in de kantine van de golfclub, in de trein, in het hotel aan de Costa del Sol, waar ze zich maar bevinden en wat ze ook nog meer doen.
Dat betekent niet dat ze dan altijd ‘aan het werk’ zijn, maar wel dat al hun andere inclusies hun werk kunnen inspireren; en vice versa. Bovendien krijgt werk dan een natuurlijke plek tussen al die andere inclusies. Het blijft een belangrijke identiteit voor de meeste mensen, maar het kan dan niet meer zo makkelijk als een kooi aanvoelen.
De boven beschreven situatie is niet nieuw. Wat nieuw is, is dat we het met een model onderbouwen. Het Nieuwe Werken is dus eigenlijk ook niet nieuw. Nieuw is dus het perspectief dat ‘werk’ slechts één van onze identiteiten is.