Het oprukkende privacyrecht; ook voor Nieuwe Werkers
Alle vormen van communicatie worden grondwettelijk beschermd, dus ook elektronische. Het brief-, telefoon- en telegraafgeheim maakt plaats voor ‘brief- en telecommunicatie-geheim’, zo blijkt uit het voorstel tot wijziging van artikel 13 van de Grondwet waarmee de Rijksministerraad onlangs instemde. Wetswijziging vloeit voort uit de kabinetsreactie op een advies van de staatscommissie Grondwet.
Het begrip ‘telegraaf’ is verouderd. In het nieuwe voorstel is er bewust voor gekozen om geen specifieke techniek te benoemen. Met de meer techniekonafhankelijke formulering ‘brief- en telecommunicatiegeheim’ wordt de bescherming die artikel 13 van de Grondwet biedt, uitgebreid naar alle huidige en toekomstige communicatiemiddelen zoals e-mail, telefoonverkeer via internet en besloten communicatie via sociale media.
Dit houdt in dat de overheid niet in de inhoud van communicatie mag kijken, ongeacht het middel waarmee is gecommuniceerd. Op dit verbod geldt een aantal wettelijk bepaalde uitzonderingen. In een aantal situaties is inzage wél geoorloofd, bijvoorbeeld voor de politie of inlichtingendiensten, maar daar is altijd toestemming van de bevoegde autoriteit voor nodig.
Rechtspraak
Eigenlijk wisten we het wel en de jurisprudentie bevestigt het uitgangspunt. Ook bijvoorbeeld een e-mailbericht valt onder de privacywetgeving, ondanks de omstandigheid dat onze Grondwet van 1983 niet van techniekonafhankelijkheid getuigt. Overigens: niet alleen de ‘telegraaf’ is verouderd. Wie stuurt er nog brieven? Aanpassing van dit het uiterst belangrijke — nee, cruciale — grondrecht, dat sinds de brede inzet van het world wide web van Internet ten onrechte in de schaduw van het bejubelde grondwettelijk recht op vrijheid van meningsuiting heeft gestaan, betreft een welkome zaak.
Arbeid
Een andere relevante rechtsontwikkeling die nieuwe werkers in hun hart raakt, betreft een uitbreiding van werk-gerelateerde privacy. Het controleren van de e-mailberichten van een werknemer is ook na einde dienstverband onrechtmatig. De afgeven (geschoonde) laptop van het inmiddels ex-personeelslid geeft geen vrijheid om over eventuele resterende bestanden te beschikken, aldus het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De persoon heeft een jaar bij BAS Personeelszaken gewerkt krachtens een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Volgens BAS heeft de man zijn geheimhoudingsplicht op grond van deze arbeidsovereenkomst geschonden: hij zou nader bepaald e-mailcorrespondentie hebben doorgestuurd. BAS kwam hier achter, nadat de laptop van de man na afloop van zijn dienstverband door een systeembeheerder is gecontroleerd. De vorderingen van het bedrijf worden afgewezen.
Het privacyrecht geldt ook op ‘de werkvloer’ (dat weten we al dertig jaar); zij het beperkt. Tegenwoordig staat vast dat een e-mailbericht onder artikel 8 van het Europees Verdrag van de Rechten voor de Mens (recht op eerbiediging van privéleven, familie en gezinsleven) valt. In de arbeidsverhouding mogen e-mails alleen worden gecontroleerd wanneer de werknemer weet dat zijn e-mails kunnen worden gecontroleerd. Denk aan een bepaling in personeelsreglement of arbeidsovereenkomst. Wanneer de werkgever de controle niet kenbaar heeft gemaakt, behoort er een gerechtvaardigd doel zijn voor controle en moet zijn voldaan aan de proportionaliteitseis. Zo ongeveer zit de juridische systematiek in elkaar.
Volgens het hof brengt het feit dat de mails aan het eind van c.q. na het dienstverband zijn gevonden, niet mee dat deze beperkingen niet golden. Er is namelijk nog steeds sprake van controle van e-mailverkeer door een derde en het feit dat de laptop is afgegeven maakt niet dat de werkgever en systeembeheerder de vrijheid hebben om over eventuele resterende bestanden te beschikken.
Daarbij weegt het hof ook mee dat de ex-medewerker in eerste aanleg aangaf, dat hij de laptop ‘gereinigd’ heeft ingeleverd. Hij was dus onder de veronderstelling dat alle bestanden waren verwijderd.