Jongere medewerker wil terug naar kantoor om oudere collega’s te ontmoeten (1)
We worden ouder en we blijven steeds langer werken. Het directe gevolg hiervan is dat de aanwas van jonge medewerkers stokt en dat de personeelsbestanden van veel organisaties voor een steeds groter deel worden gevormd door medewerkers van oude generaties.
De generatietheorie
In mijn promotieonderzoek naar generaties heb ik een generatietheorie ontwikkeld, met als kern:
Elkaar in een levensfase opvolgende generaties zijn van nature gericht op de evolutie van sociale patronen, zoals leiden, samenwerken, organiseren, communiceren, leren, informatie verwerken, conflicten hanteren. Vanuit die evolutionaire functie kunnen opvolgende generaties, mits ondersteund door de andere generaties, zorgen voor het vitaal en eigentijds houden van een sociaal systeem, zoals een organisatie, een vakbond, politieke partij of beroepsgroep.
De generatie-indeling hierbij is de volgende:
Babyboom- of protestgeneratie > nieuwe senioren 1944 – 1955
Generatie X > nieuwe leiders 1955 – 1970
Pragmatische generatie > nieuwe medioren 1970 – 1985
Generatie Y nieuwe junioren 1985 – 2000
Onbalans in opbouw personeelsbestand
Opeenvolgende generaties zorgen ervoor dat de cultuur van een organisatie ‘gezond’ blijft. De jongste generatie brengt nieuwe ideeën in, zorgt voor een nieuwe dynamiek en zorgt ervoor dat sociale patronen van een organisatie, zoals samenwerken, communiceren, kennisdelen, worden ververst. De oudere generaties brengen op hun beurt hun ervaring over op de jongere generaties en brengen hen in contact met hun netwerk, wat belangrijk is met het oog op kennisborging binnen een organisatie. Kortom, de wisselwerking tussen verschillende generaties is essentieel voor een organisatie.
Door de optredende vergrijzing, het feit dat mensen langer doorwerken, opeenvolgende generaties in omvang afnemen en de relatief grote werkloosheid onder jongeren raken organisaties echter in onbalans; de oudste generaties vormen een steeds groter deel van het personeelsbestand. Oudere medewerkers neigen naar het herhalen van verouderde manieren van werken en organiseren. Die patronen zijn diep ingesleten en moeilijk te veranderen. Daarvoor is de invloed van de jongere generaties nodig. De vernieuwende invloed die de jongere generatie medewerkers met zich meebrengt, dreigt het bij een organisatie die in onbalans is echter af te leggen tegen de dominante afremmende cultuur van de oudere generaties.
De nieuwe rol van het kantoor
Voor organisaties die zich ook op de lange termijn op een goede manier met concurrenten willen kunnen blijven meten en die willen inzetten op innovatie, is de interactie tussen medewerkers van verschillende generaties van cruciaal belang. Organisaties zullen dan ook samenwerking en kennisdeling effectief moeten ondersteunen en stimuleren.
Dit komt nog meer aan de oppervlakte door een ontwikkeling als Het Nieuwe Werken (plaats- en tijdsonafhankelijk werken). De verschillende generaties geven op verschillende manieren invulling aan het begrip work-life balance, waardoor het gevaar dreigt dat ze letterlijk en figuurlijk langs elkaar heen werken.
In deel 2 van deze blog een weergave van het debat dat Steelcase Solutions organiseerde over hoe organisaties kunnen helpen de verschillen tussen generaties te overbruggen en mensen van verschillende leeftijden effectief te laten samenwerken. De conclusie: het kantoor is de verbindende factor die de verschillende generaties letterlijk en figuurlijk nader tot elkaar brengt.