Kinderen de dupe van Het Nieuwe Werken?

Door Marianne Sturman van Moneypenny - 10 november 2010
10 Reacties

Leuk, dat nieuwe werken, maar de kinderen schieten er niets mee op. Flexibel werken lijkt ideaal voor ouders, maar de vage grenzen tussen werk en privé zijn nadelig voor kinderen, schrijft Intermediair.

‘Flexibilisering haalt de grenzen tussen werk en privé weg,’ zegt sociologe Roeters in het artikel. ‘Dat is een recept voor overwerkte werknemers, die er op het werk maar half zijn en thuis ook maar half. Stress en te hard werken vermindert de kwaliteit van de tijd die ouders met hun kinderen doorbrengen, en een ouder-onvriendelijke organisatiecultuur doet dat ook. Maar flexibiliteit heeft hetzelfde effect. Ouders die juist heel gelukkig zijn met hun werk en daardoor energie over hebben om met hun kinderen naar het speeltuintje te gaan, zitten in het speeltuintje wel te bellen. Het werk is nooit af en de aandacht en energie reiken maar zo ver. De energie die mensen in hun werk steken moet ten koste van iets gaan, en het gaat nu ten koste van de kinderen.’ (Bron: Intermediair)

Nieuwe definities

Waar het hier volgens mij in essentie om gaat, is dat Het Nieuwe Werken (HNW) voor velen iets nieuws is, waarin zij voordelen maar ook nadelen ontdekken. Het nadeel is dat we opnieuw moeten definiëren wat privétijd en wat werktijd is. We moeten wennen aan het feit dat we altijd en overal bereikbaar zijn en daar moeten we ons leven op inrichten.

Persoonlijke effectiviteit en timemanagement zijn daarbij cruciaal. Managers en organisaties moeten hier tijd en moeite in steken bij de invoering van HNW. Ze moeten medewerkers tools geven om hun werk- en privéleven in balans te brengen. Een timemanagementcursus, bijvoorbeeld, kan wonderen doen. Het is, zoals ook in het artikel staat, toch echt een kwestie van goed organiseren. En dat moet je dus leren, als je gaat ‘nieuw’ gaat werken.

Eigen keuzes

De kern van HNW is dat het meer nadruk legt op de eigen verantwoordelijkheid. Het is ook jouw eigen verantwoordelijkheid hoe je omgaat met de werk-privébalans. Het is per slot je eigen keuze dat je de telefoon aan laat staan als je thuis bent of dat je continu je mail checkt. Het interessante van dit hele fenomeen is dat we er zelf bij zijn en dat niets in de weg staat om dit probleem op te lossen, behalve wij zelf…

Deel dit artikel met anderen
Marianne Sturman - Directeur van Moneypenny
Marianne Sturman is oprichter en directeur van Moneypenny en sinds dit jaar ook van Cloudworkers. Ze behaalde haar BA-opleiding in de VS en haar MBA-diploma aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Haar expertise ligt op het gebied van sales en marketing van hightechconcepten en -producten.
Zie haar linkedin profiel voor meer informatie.
Wat zijn uw gedachten over dit onderwerp? Deel ze hieronder met andere lezers!

10 reacties


    Flexkantoor Kamer52 zegt:

    Wij zitten nu, niet zozeer in een tijd van verandering als een tijd van met veranderingen leren omgaan. Ons ideeën over werk en privé zijn ontwikkeld in de tijdperk van de fabriek, waarin alles zich aan het werk moet passen. Ons werk-omgeving is zo ontwikkeld, en ons maatschappij ook. Begrijp mij niet verkeerd, het is maar half-bewust, men staat er gewoon niet bij stil.

    Zonder integrale aanpak wordt HNW al te snel een etiketje voor 24/7 aanwezigheid, overbelast gedeeld werkplekken of een deel van je huis aan je baas overhandigen, en IT oplossingen die alles zeker makkelijker zou maken als de werknemers ze überhaupt kunnen gebruiken.

    Ik begrijp dat het de bedoeling is je werkzaamheden te kunnen verrichten op het moment en locatie die het meest bijdraagt aan je eigen productiviteit. Tegelijk werken en aandacht aan je kinderen besteden lijkt in mijn ervaring niet hieraan te voldoen. Misschien heb ik dan extra lastige kinderen, maar dat denk ik niet.

    Mijn inziens is het eerder een kwestie van verwachtingsmanagement aan alle kanten dan tijdsmanagement voor de werknemer. De wortels van het idee van werk/privé balans, met z’n paradigma waarin werk en privé van elkaar gescheiden blijven, zitten ook in het oude fabriekstijdperk, trouwens, en deze moeten wij ook met z’n allen na gaan kijken.

    verbeterwerken.nl zegt:

    Ik werk al 20 jaar met regelmaat vanuit huis en onderken dit probleem zeker. Duidelijke afspraken zowel thuis als met de werkgever zijn essentieel. Uiteindelijk sta je zelf aan het roer en bepaal je zelf de grenzen tussen privé en werk. De kunst is daarbij zodanig te balanceren dat je niet star bent (dus nooit reageren in privé tijd) maar ook weer niet te flexibel bent (altijd en overal direct reageren).
    Het is een kwestie van communiceren met de betrokkenen en het vinden van de juiste balans. Het dus doen en ervaren en daarbij bewustzijn van de valkuilen.

    Evert zegt:

    Waarom rept dat artikel over het nieuwe werken als oorzaak? Met de komst van thuiswerken en mobieltjes is dat probleem er nu toch ook al? Met de komst van het nieuwe werken moet de medewerker juist beter in staat zijn om zelf die scheidslijn te trekken. Eigen verantwoordelijkheid!

    Ook typisch een artikel uitgaande van de generatie X, zo lijkt me. De jonge generatie moet veel meer gewend om die scheidslijn werk/privé te trekken. Dat moet natuurlijk nog wel blijken. Het zal voor sommigen een hele omschakeling worden. Velen (mensen die al langere tijd flexibel werken, zelfstandigen) zijn al lang omgeschakeld.

    Trouwens: hadden de kinderen er vroeger zo’n last van dat hun ouders in hun kantoor woonden (de bakker, de melkboer, de slager, de molenaar, de televisiereparateur)?

      Joop zegt:

      Vroeger woonden niet beide ouders in hun kantoor, maar één van de twee, namelijk de vader. Door de grote beschikbaarheid van de moeder vond je in veel gezinnen de geschetste versnipperde aandacht niet zo erg. Waar zowel moeder als vader overbelast waren, en dat kwam vooral voor bij zelfstandige middenstanders en boeren, was er wel degelijk een probleem, al werd er van jou als kind verwacht gewoon jezelf te redden, met oudere broers en zussen en kinderen op straat. Veel mensen die zoals ik in de jaren ’50 groot werden, hebben indertijd dus te kampen gehad met een aandachtstekort. Of dat erg was? Of de betreffende kinderen dat als kind zo bewust hebben ervaren, is de vraag. Omdat we nu allemaal weten dat het anders kan en ook anders zou moeten, spelen opgeslagen negatieve herinneringen maar al te vaak op: we zitten niet voor niets zo massaal in begeleiding (therapie, levenscoaching). De dooddoeners uit mijn jeugd (dat verdraag je maar, brand is erger, je hebt het er maar mee te doen – om de mildste te citeren) werken niet meer. Dat zou voor dit moment een waarschuwing moeten zijn: kinderen die aandacht tekort komen, krijgen daar doorgaans last van, maar vaak pas als zij al goed en wel volwassen zijn als zij tot zich door durven laten dringen dat het anders had gekund en dat hun ouders, als prijs voor hun zelfontplooiing, in feite een lichte vorm van verwaarlozing hebben vertoond naar hun kinderen (ik sporeek uit ervaring, als kind en als ouder).

    Jan Eikelenboom, maXmo zegt:

    een (ver)oude(rde) redenatie ligt ten grondslag aan de organisatorische uitdagingen van HNW…

    als je geld geeft werk ik voor jou
    als ik geen geld krijg werk ik voor mezelf

    HNW dwingt eenieder voor zichzelf te werken
    ongeacht wie de inkomsten voor zijn rekening neemt…

    MarcC zegt:

    Ik werk al lang regelmatig vanuit huis, heb als vader dan ook van heel nabij mijn dochter zien opgroeien. Vanaf het begin heb ik een duidelijk onderscheid gemaakt tussen tijd voor werk en begin, dus ook thuis een eigen werkplek, waar ik ongestoord kan werken, maar ook tijd om met mijn dochter mee te lopen naar school en haar weer op te halen.
    Daarnaast, het is niet verplicht een telefoon op te nemen, dat is een keuze. Juist het ongestoord en geconcentreerd kunnen werken is een van de voordelen van thuis werken, daar hoort een telefoon die maar blijft gaan volgens mij niet bij.

    Paul zegt:

    Mijn vader zei vroeger tegen mij, bedoeld als een wijze les, “Doe eerst het een en dan het ander”. Daarmee bedoelde hij dat het meer rust, een betere concentratie en resultaat geeft als je dingen na elkaar doet. En zo was er ook een heldere scheiding tussen “de tijd van de baas” en je eigen privé tijd. Langzaam maar zeker, en binnen HNW al helemaal, is dingen na elkaar doen “uit” geraakt. We doen dingen nu op zijn minst naast elkaar, maar ook veel door elkaar en gelijktijdig. Multitasking is in, monotasking is uit. Er is veel onderzoek dat de wijze les van mijn vader ondersteund. Bij alle drukte probeer ik nog steeds bewust momenten van monotasking te organiseren en goed te plannen wanneer ik waarmee bezig wil zijn. Dat heet dan time management. Volgens mij inderdaad dé oplossing, die voor iedereen feitelijk anders kan uitpakken.

    Bert van de Bovenkamp zegt:

    Ik heb inmiddels tien jaar aan het “nieuwe” werken kunnen wennen (so what’s new). Als consultant in dienstverband wordt ik ingezet op adviestrajecten, waarbij het aan mijzelf is hoe ik mijn dagen indeel. Ik kan zodoende sturen op de momenten dat ik afspraken heb. In de praktijk betekent dit dat ik een aantal dagen in de week niet te vroeg afspraken heb, zodat ik de kinderen naar school kan brengen (op de dagen dat mijn vrouw ook werkt, want die begint al vroeg en heeft de nodige reistijd). ’s Avonds probeer ik op tijd thuis te zijn om met z’n allen te kunnen eten. Om het werk toch gedaan te krijgen werk ik vaak ’s avonds nog als de kinderen op bed liggen. Omdat ik vanuit huis werk en ook de nodige tijd thuis achter mijn bureau doorbreng, ben ik vaak ook degene die tussendoor nog even een vergeten boodschap doe en alle pakketjes van koeriers in ontvangst neem. Waardoor alles thuis soepel verloopt. Ondertussen zorg ik er wel steeds voor dat tijdens kantoortijden het werk prevaleert en dat ik telefonisch bereikbaar ben. Alles gebeurt op deze manier mits het werk het toelaat.
    Voor de kinderen geldt dat zij op de dagen dat mijn vrouw en ik werken ze op school of het kinderdagverblijf zitten, c.q. we oppas geregeld hebben. Op die manier lopen werk en zorg voor de kinderen nooit door elkaar. Eerder heb ik nog wel eens geprobeerd e.e.a. te combineren, maar de ervaring is dat de stress dan direct toeslaat. Je komt nu eenmaal niet professioneel over met een huilend kind op de achtergrond. Het kind dat begon te huilen toen jij ineens ophield met kleuren omdat de telefoon over ging.
    Het “nieuwe werken” kan er inderdaad voor zorgen dat je werke en privé beter op elkaar kunt afstemmen. Dé grote valkuil hierbijj is dat je het werk gaat vermengen met bijvoorbeeld de zorg voor de kinderen of, wat je ook wel eens leest, een ziek familielid. Dan wordt het m.i. per definitie een debacel. Als je naast je werk ook voor je kinderen of andere familieleden wilt zorgen, ga dan net als mijn vrouw en ik deeltijd werken. Ik ben nu een dag in de week thuis om voor de kinderen te zorgen. Op die dag prevaleert de zorg voor de kinderen. Wat ik heb moeten leren is dat je daarbij een grote discipline moet opbouwen om niet steeds de telefoon op te nemen. anderrs ben je toch weer de hele dag aan het werk en ga je je kinderen afsnouwen als ze niet stil zijn terwijl je zit te bellen. Je moet op dit front zelf de grenzen bepalen. Klanten en collega’s zullen constant testen waar die liggen.
    Klanten van mij die overwegen “het nieuwe werken” in te voeren adviseer ik dan ook erop toe te zijn dat medewerkers niet vanuit huis gaan werken om zodoende het werk te kunnen combineren met zorgtaken!

    Kees Froeling zegt:

    Het artikel in de Intermediair heeft volgens mij helemaal niets te maken met Het Nieuwe Werken, maar met ouders die beide ondernemer zijn. Het gaat om de prioriteiten die ze leggen en de eigen verantwoordelijkheid daarin. Dat kinderen de dupe worden van het feit dat ze continu ondernemer zijn geeft te denken op de manier waarop ze prioriteiten stellen en onderling afspraken maken. Volgens mij heeft dat niets met Het Nieuwe Werken te maken, maar met verantwoordelijkheidsgevoel als ouder.

    Sandra Galjaard zegt:

    Marianne, de spijker op zijn kop. Ik heb ook een blogje geschreven over de vele onderzoeken die elkaar tegen lijken te spreken, waardoor je je af gaat vragen of we nu wel of niet flexibel willen werken. Het zit hem vooral in de mindshift die directie en management moeten maken en de manier waarop we zelf invulling geven aan de nieuwe manier van werken. Technisch gezien is alles mogelijk, maar dat is de verkeerde manier om het veranderproces te benaderen. Het heeft veel meer voeten in de aarde dan te zeggen, ‘technisch kan het, dus doe maar’. De leidinggevende zal echt op een andere manier zijn medewerkers bedienen om te komen tot het gewenste resultaat en daarmee is ie niet ontslagen van enige vorm van leiding geven.

    Als leidinggevende zul je inderdaad echt moeten waken voor medewerkers die doorslaan in de gegeven verantwoordelijkheden en het vertrouwen, anders krijg je op den duur te maken met burn out, hoe graag de medewerker ook flexibel wil werken.

    Ik steek zelf liefst in vanuit de mens in de organisatie en bepaal van daaruit wat wenselijk is en passend bij de bedrijfstak, functie, klanten etc.