Pim Fortuyn en Het Nieuwe Werken
Vooropgesteld: het Nieuwe Werken klinkt sympathiek. Maar ook zonder dit soort initiatieven, al dan niet gesponsord door softwaregiganten, zouden werknemers en zelfstandigen hun werkgewoonten steeds meer gaan aanpassen. Het nieuwe werken is een logisch gevolg van de voortschrijdende technologische verworvenheden en de mondialisering. Bovendien hebben mensen geen zin meer om in de file te staan. En bedrijven hebben de neiging om steeds minder in overhead te willen investeren. Kantoorruimte is nu eenmaal kostbaar.
Steeds meer worden we dus, gewild of ongewild, Martini-werknemers: anytime, any place, anywhere. Wat je thuis kunt doen, doe je thuis, wat je in de auto kunt doen, doe je in de auto. Werken doe je allang niet meer alleen op kantoor en allang niet meer uitsluitend tijdens ‘kantooruren’. Een conference call met Chicago om negen uur ’s avonds? No problem.
Net zoals we in de uren dat we geacht worden een bijdrage te leveren aan nut en winst van de werkgever, zonder schuldgevoel de tijd nemen voor onze privézaken. En een eigen bureau met laatjes en een eigen telefoon en een eigen pc op een eigen kamer? Zó twintigste eeuws.
Kortom, Het Nieuwe Werken is al ingeburgerd. Het is alsof we kijken naar een flatscreen-televisie nog steeds Het Nieuwe Kijken zouden noemen.
Standaardbenadering van werken passé
Wie al in een zeer vroeg stadium onderkende dat de ‘standaardbenadering’ van ‘werk doe je op kantoor tussen negen en zes (of vijf)’ verleden tijd moest worden, was Pim Fortuyn (1948-2002). De vermoorde politicus schreef tussen 1993 en 2001 wekelijks een column voor Elsevier. Van 1999 tot 2001 nam ik, als chef Binnenland van het weekblad de columns in ontvangst. Aanvankelijk kwamen ze per fax (herinnert u zich nog?) later per e-mail. Het waren hoofdzakelijk politieke columns. Meestal over zijn favoriete thema’s, zoals immigratie en onderwijs.
Maar als Fortuyn om inspiratie verlegen zat, bereed hij graag zijn stokpaardje: mobiliteit en ICT. Het waren niet zijn spannendste columns, maar het was een thema dat hem, als thuiswerker, al in de jaren negentig nadrukkelijk bezighield. En waarin hij toch redelijk visionair was.
Nadenken over mobiliteit
In een van zijn latere columns, van 5 mei 2001 – dat was drie maanden voordat hij zou aankondigen in de politiek te gaan – schreef Fortuyn een column waar ik de kop ‘Nadenken over mobiliteit’ boven zette.
Zijn uitgangspunt was dat Nederland vastliep in zijn eigen mobiliteit en dat wegen bouwen niet voldoende soelaas zou bieden, omdat de toegangswegen tot de steden flessenhalzen zijn. Fortuyn zag maar één manier om hier iets aan te doen: de mobiliteit op een verstandige manier terugdringen.
Ik citeer:
‘Op het gebied van het woon-werkverkeer valt te denken aan werktijden, aan (gedeeltelijk) thuiswerk en aan een betere vermenging van wonen en werken. Werktijden worden nog steeds vastgesteld alsof we leven in het tijdperk van de industriële economie. ICT biedt op dit terrein, net als op dat van het thuiswerken, een scala aan mogelijkheden waarbij niet gekozen hoeft te worden voor een standaardbenadering.’ (…)
‘ICT kan ons ook behulpzaam zijn bij het terugdringen van de beroepsmobiliteit door allerhande dienstverleners. Steeds moet worden nagedacht over alternatieven voor fysieke aanwezigheid. Ook hier geldt weer dat het niet of/of hoeft te zijn, maar in de ene situatie fysiek en in de andere virtueel, of dat de logistiek zodanig efficiënt wordt gemaakt dat zo min mogelijk gereisd hoeft te worden.’
Dit schreef de zo lafhartig vermoorde Fortuyn bijna tien jaar geleden. In de prehistorie van het digitale tijdperk. Ga maar na, Google, Hyves, Facebook of YouTube waren toen nog vrijwel onbekend of moesten zelfs nog verzonnen worden. Hetzelfde geldt voor Bol.com of Amazon.
Aan het eind van dezelfde column blikt Fortuyn vooruit naar het tijdperk dat hij helaas niet mocht meemaken.
‘Elektronisch winkelen ten slotte, zou een bijdrage kunnen leveren aan de vermindering van privénutmobiliteit. Gaan we dit alles overwegen, laat staan doen? In eerste instantie gebeurt er natuurlijk weer niets. Pas als het land echt is vastgelopen komen bovenstaande oplossingen in het vizier. In een levendig politiek klimaat zouden we daarover nu, in de aanloop naar de verkiezingen, naar hartenlust discussiëren en strijden. Zou er ook nog wat te kiezen zijn in 2002!’
Helaas was het Pim Fortuyn niet vergund om gekozen te worden in 2002.
donderdag, 25 maart, 2010 at 13:17
Beste René, mooie column over de man die door velen allang vergeten is. Interessant om te lezen dat hij zo’n brede kijk op vele maatschappelijke zaken had en vaak allang voordat anderen daar aandacht aan gingen besteden.
Wat je stelling betreft dat HNW al is ingeburgerd en een fact of life is: daar valt over te twisten. Er zijn nog genoeg professionals in NL die nog lang niet profiteren van alle mogelijkheden die HNW, in de ruimste zin, biedt. Natuurlijk is HNW niet voor iedereen zo nieuw. Voor het gros van de mensen valt er nog veel te ontdekken en veel winst te behalen. Op deze en andere sites wordt dat uitgebreid toegelicht 😉
donderdag, 25 maart, 2010 at 14:03
Leuk artikel
donderdag, 25 maart, 2010 at 14:17
Beste René, mooie column over de man die door velen allang vergeten is. Interessant om te lezen dat hij zo'n brede kijk op vele maatschappelijke zaken had en vaak allang voordat anderen daar aandacht aan gingen besteden.
Wat je stelling betreft dat HNW al is ingeburgerd en een fact of life is: daar valt over te twisten. Er zijn nog genoeg professionals in NL die nog lang niet profiteren van alle mogelijkheden die HNW, in de ruimste zin, biedt. Natuurlijk is HNW niet voor iedereen zo nieuw. Voor het gros van de mensen valt er nog veel te ontdekken en veel winst te behalen. Op deze en andere sites wordt dat uitgebreid toegelicht 😉
donderdag, 25 maart, 2010 at 15:03
Leuk artikel
vrijdag, 27 mei, 2011 at 11:39
Beste Rene,
Het idee is niet nieuw, dat klopt. In 1995 kondigde ik zelf al in een artikel de komst van “plekzoekende werkers” aan, die zich kenmerken door een hoge graad van zelforganisatie.
Vandaag de dag komen er steeds meer consequenties aan het licht van het “nieuwe” werken.
Een daarvan is bijvoorbeeld, dat organisaties die collectief anytime anyplace gaan werken hun huisvesting niet meer in eigen beheer kunnen houden, eenvoudigweg om dat het niet te managen is als iedereen anytime anyplace kan werken. Dat betekent een noodzaak om huisvesting uit te besteden aan partijen, die “huisvesting as a service” bieden. Het dringt nog niet echt door tot de vastgoedwereld, maar het “nieuwe” werken betekent: Anders gebruiken en anders exploiteren van gebouwen. Dat raakt de waarde van vastgoed op meer manieren dan de marginale ruimtebesparingen tot nu toe.