Tulpen, Van Gogh, Ajax… en Het Nieuwe Werken? (2)
Kan Het Nieuwe Werken een nieuw Nederlands exportproduct worden, waarbij ‘wij’ onze kennis, expertise en ervaringen delen met andere landen? In de eerste blog gaf ik aan dat de principes van Het Nieuwe Werken redelijk universeel zijn, maar dat het succes van Het Nieuwe Werken in Nederland uniek is en een combinatie van maatschappelijke omstandigheden (het wíllen) en van onze culturele identiteit (het kúnnen). In deze blog zoom ik in op die culturele identiteit.
Geert Hofstede heeft een waardevrij cultuurmodel ontwikkeld op basis van een aantal culturele dimensies. Hiermee kan de cultuur van verschillende landen in kaart worden gebracht en onderling vergeleken. Ik beperk me tot vier van zijn culturele dimensies, link ze aan Het Nieuwe Werken (HNW) en ga daarbij ook wat kort door de bocht. Voor meer diepgang verwijs ik naar Hofstedes geweldige boek en hoofdstuk 5 uit mijn nieuwe boek.
Machtsafstand
Power Distance is de eerste culturele dimensie en geeft de positionele machtsafstand aan tussen rollen in een samenleving, bijvoorbeeld die tussen manager en medewerker. Bij een grote machtsafstand heeft de manager het voor het zeggen en voert de medewerker gewoon uit wat hem gevraagd wordt (of verzet hij zich heimelijk). Bij een lage machtsafstand staan manager en medewerker meer op gelijke voet en gaan ze met elkaar in dialoog.
Rusland en China (en feitelijk alle Aziatische landen) zijn voorbeelden van landen met een grote machtsafstand. Denemarken en Israël scoren hier het laagst. En ook Nederland zit relatief laag. Het Nieuwe Werken komt het best tot zijn recht bij een lage machtsafstand waar dialoog en niet de positionele macht de boventoon voert.
Het individu versus de groep
Individualisme geeft aan de mate waarin een individu geacht wordt voor zichzelf (en zijn gezin) te zorgen. Alle Angelsaksische landen zijn hoog individualistisch; ook Nederland scoort hier hoog. Veel Aziatische en Zuid-Amerikaanse landen zijn daarentegen juist erg collectivistisch. ‘De groep’ zorgt voor het individu, maar verwacht daar een grote loyaliteit voor terug. De groep is veilig en individuen kunnen daarbinnen schuilen. Het Nieuwe Werken komt het best tot zijn recht in een individualistische setting waar mensen veel eigen verantwoordelijkheid durven en kunnen nemen en zich niet gemakkelijk kunnen verschuilen in een groep.
Haantjesgedrag en competitief peper
Masculiniteit geeft aan de mate waarin een cultuur competitief, assertief en ‘stoer’ is. Haantjesgedrag van mannen is de norm in hoog masculiene culturen. Uiteraard scoort Italië hier erg hoog, maar niet zo hoog als Japan of Slowakije. Ook Angelsaksische landen scoren hier betrekkelijk hoog. In een feminiene cultuur gaat het vooral om zorg, samenwerking en omzien naar elkaar (maar niet zo dwingend als in een collectivistische omgeving). In een feminiene cultuur is de verhouding tussen mannen en vrouwen gelijkwaardig.
Nederland en de Scandinavische landen zijn extreem feminien. HNW floreert enerzijds in een omgeving van goede onderlinge samenwerking (hoog feminien) maar kan anderzijds ook wel wat masculien en competitief ‘peper’ gebruiken in een omgeving waarbij het resultaat telt en niet alleen de aanwezigheid.
Procedures of vrijheid van handelen?
Onzekerheidsmijdend geeft aan de mate waarin een cultuur zekerheden zoekt en risico’s mijdt. Moet alles geregeld zijn en in procedures vastliggen of staat vrijheid van handelen voorop? Durf je variatie en afwijkingen toe te staan of moet alles en iedereen een eenheidsworst zijn?
Het is voor wat betreft de problematiek in de eurozone opvallend dat Griekenland en Portugal het hoogst scoren op onzekerheidsreductie. Aziatische, Angelsaksische en Scandinavische landen scoren hier het laagst. Zij durven uit de comfortzone (de vissenkom!) te springen en houden van avontuur. Nederland scoort hierop redelijk laag, maar niet extreem. Het Nieuwe Werken vraagt om het nemen van risico’s en het aangaan van avontuur, maar dat moet je toch wel een beetje doordacht en met beleid doen.
Samenvattend, de perfecte setting voor Het Nieuwe Werken is een cultuur met een lage machtsafstand, hoog individualisme, betrekkelijk hoog feminien en betrekkelijk laag onzekerheidsmijdend. Nederland scoort met uitzondering van zijn extreem feminiene cultuur bijna perfect. In de figuur hieronder heb ik Nederland voor het gemak als maatstaf genomen en kijk ik in hoeverre andere landen van ons verwijderd staan.
Uit: Bijl, Journey towards the New Way of Working, p.101
Culturele factor van Het Nieuwe Werken
Landen die het dichtst bij ‘ons’ staan zijn Noorwegen, Zweden en Denemarken op een afstandje gevolgd door de Angelsaksische landen. Daar moeten dus betrekkelijk grote kansen liggen voor ‘ons’ HNW. Buurland België daarentegen staat vrij ver af met name door het hoge onzekerheidsmijdend denken en de betrekkelijk grote machtsafstand. België, ook het Vlaams-sprekende gedeelte, staat qua cultuur veel dichter bij Frankrijk.
De culturele afstand met landen als Rusland en China is erg groot. Daar lijkt ‘ons’ Het Nieuwe Werken dus op het eerste gezicht vrijwel kansloos. Maar is dat wel zo? Kun je de principes van HNW wellicht een beetje loskoppelen van hoe we het in Nederland doen, in het aanpassen rekening houdend met andere culturele settings? Daarover gaat de derde en laatst blog.
Lees ook blog 1 uit de serie Tulpen, Van Gogh, Ajax… en Het Nieuwe Werken van Dik Bijl.