Werk-Privé Balans: Werken duidelijke scheidslijnen het best?
Werk en privé lopen steeds meer door elkaar heen. Aanstichters van Het Nieuwe Werken katalyseren deze ontwikkeling door thuiswerken aan te moedigen en het kantoor steeds meer in te richten als ontmoeting plek. Daarnaast zijn medewerkers door technologie in staat plaats- en tijdonafhankelijk te kunnen maar vooral ook te willen werken.
De aard van werken en daarmee de werk-privé balans is hiermee cruciaal veranderd. Vroeger werd er achter elkaar 8 à 9 uur gewerkt. Nu wordt er in blokken gewerkt op verschillende plekken met tussendoor constant onderbrekingen door privé activiteiten en/of contacten.
Voor- en nadelen van Het Nieuwe Werken
Op het eerste gezicht lijken medewerkers alleen maar profijt te hebben van deze trend. Rondom de vrijheid die HNW met zich meebrengt hangt een bepaalde ‘you can have it all’ allure: een carrière, een familie, vrienden zien, sporten etc. Het nadeel? Voorheen waren, voornamelijk werkgevers, bang dat plaats- en tijdonafhankelijk werken zou leiden tot minder werken. Nu is de zorg ontstaan dat Het Nieuwe Werken de kans op een burn-out vergroot.
De grens tussen altijd bereikbaar zijn en overwerken is vaag, soms te vaag. Mensen hebben tijd nodig om bij te komen van een drukke werkdag, te ontspannen, te sporten, tijd door te brengen met familie en vrienden én voldoende te slapen. Zoals Gehard Hornmann in zijn boek ‘Het Nieuwe nietsdoen’ (een reactie op onze huidige multitaskende maatschappij) aanduidt; ‘honderd jaar geleden sliepen mensen gemiddeld tien uur per nacht, maar nu mogen we blij zijn als we zesenhalf uur halen. We staren tot vlak voor het tandenpoetsen naar een verlicht beeldscherm en vervolgens liggen we de hele nacht met een half oor te luisteren of onze smartphone misschien een teken van leven geeft.’
De grens tussen altijd bereikbaar zijn en overwerken is vaag, soms te vaag.
Maar hoe moet het dan wel? Elianne van Steenbergen, Universiteit Utrecht, doet al 12 jaar onderzoek naar de Werk–Privé balans. Uit één van haar meest recente onderzoeken blijkt dat duidelijke scheidingslijnen tussen werk en privé toch het beste werken. Wanneer mensen het gevoel hebben dat werk en privé door elkaar heen lopen, hebben ze meer last van stress. Dit vermindert hun werkprestaties. Ook zijn deze mensen minder tevreden over hun privéleven. Deze bevinding betekent niet gelijk dat het nieuwe werken niet werkt, maar wel dat de manier waarop je het doet je werkproductiviteit en levensgeluk kan beïnvloeden. Elianne geeft aan dat het belangrijk is dat je schotten aanbrengt in je tijdsverdeling. Mensen moeten leren duidelijk te segmenteren. Dus trek juist die deur eens achter je dicht en werk thuis niet achter de keukentafel.
Dan zijn er nog de mensen die hun werk zo ontzettend leuk vinden dat ze er eigenlijk non-stop mee bezig zijn. ‘Maar ik vind mijn werk zo leuk! Voor mij is het geen probleem om altijd bereikbaar te zijn.’
Mensen moeten hun dag kunnen segmenteren in privé- en werkdelen
Volgens Elianne is dit eigenlijk een mythe. Steeds meer onderzoek wijst erop dat men juist de scheidingslijn duidelijker moet trekken. Bijvoorbeeld: echt inroosteren dat je vrij bent. Wanneer mensen dit niet doen, herstellen ze te weinig en blijft hun stressniveau te hoog. Ook zijn ze te afgeleid in hun privé contacten door het werk, waardoor privé minder ontspanning oplevert. Onderzoek naar deze scheidingslijn bij ouders met kinderen laat zien dat ouders die het werkende en familieleven beter splitsen, minder last hebben van stress en bijvoorbeeld psychologische meer beschikbaar zijn voor hun kinderen.